Hilma Bruinsma is schrijfster van de blog Taboe in het theemeubel en het gelijknamig boek in wording. Na de Tweede Wereldoorlog vertrok haar vader als oorlogsvrijwilliger naar Indonesië. Gedurende drie jaar hebben haar vader en moeder elkaar dagelijks geschreven. De brieven lagen jarenlang in bamboe manden in het theemeubel van haar ouders. Deze briefwisseling vormt de basis van een boek, de vorderingen houdt zij bij in een blog. Met ons deelt ze haar motivatie voor en ervaring met het schrijven van dit blog.
Door Hilma Bruinsma
Taboe in het theemeubel: werd mijn vader de strakharde man door de guerrillaoorlog in Indië?
Dé vraag achter Taboe in het theemeubel is of mijn vader Klaas Bruinsma de zwijgzaam strakharde man werd door zijn ervaringen in Indonesië. Na de Tweede Wereldoorlog vertrok hij en liet mijn moeder Janke Venema met mijn oudste broer en zus thuis. Meer dan drie jaar waren zij van elkaar gescheiden. Hij in wat een guerrillaoorlog bleek te zijn, zij in de dagelijkse perikelen van een jong gezin. Later werden wij een gezin met acht kinderen. Ergens wisten we dat er achter mijn vaders strenge rechtlijnige harde buitenkant een lieve zorgzame man verscholen zat. Alleen kregen wij hem niet te zien.
Meer dan 7500 kantjes, dichtbeschreven postvellen
Mijn ouders schreven elkaar dagelijks. De brieven werden in bamboe manden bewaard in het theemeubel. De kast was mijn vaders verlovingsgeschenk, eigenhandig vervaardigd, symbool van hun grote liefde. De brieven lagen daarin meer dan 65 jaar achter slot en grendel. Met geen woord werd erover gesproken, zwaar taboe.
Actualiteit van toen is springlevend, wat doet oorlog met je?
Als jongste kind wist ik dat ik ooit iets met de brieven moest doen. Ligt in de brieven een antwoord waarom mijn vader zich niet kon laten zien? Mijn moeder betrok naar mate zij ouder werd steeds kleinere kamers. Toen het theemeubel te groot werd vroeg ik of ik met de brieven aan de slag mocht. Ja antwoordde zij zonder aarzeling. Mijn vader overleed al eerder. Zijn toestemming kwam via een droom waarin ik hem van letters bevrijd. Steeds grijp ik hierop terug als ik, soms in twijfel, weer een deel van de brieven verwerkt heb tot een nieuwe blog. Wil ik het taboe op internet blijven prijsgeven? Inmiddels ben vijf jaar bezig en nu in juli 1948 aanbeland. Mijn vader beantwoordt de 452ste brief.
Geloof, hoop, liefde in tijden van oorlog
Ik leer mijn ouders op jonge leeftijd kennen uit mijn vaders brieven, die van mijn moeder zijn spoorloos. Al lezende daagt een soort inzicht over de complexiteit. De vele momenten van herkenning probeer ik te vangen en weer te geven. De sterke mooie liefde, hun schreeuwende verlangen weer bij elkaar te zijn. Uitwisseling over de toekomst, liefde en zorgvuldige zorgzaamheid, het beste voor de opgroeiende schatten [de kinderen]. Het geloof en mijn vaders innerlijke strijd in deze.
Alles gezien in de historische context van vóór, tijdens en na de politionele acties. De mores van het militaire leven. De toenemende verruwing. Het schijnbaar zinloze wachten. Patrouillelopen. Wisselvallige politiek. Rondtrekkende bendes. Pogingen moreel verval tegen te gaan. Toenemend geweld naarmate de situatie escaleert.
Het schrijven geeft mijn ouders houvast in onzekere, woeste omstandigheden. Ik breek het taboe open. Mijn ouders verhaal is van alle tijden. De actualiteit van toen is springlevend. Of midden in een oorlog leven gevolgen heeft? ‘Misschien ben ik wel veranderd’ antwoordt mijn vader. Hij heeft nog tot en met december 1949 te gaan. Wat is dit alles vergaand confronterend en wat is het machtig verrijkend.